
Drinkwatervoorziening – Kies een drinkbak die past
Uit
Veehouderij Techniek nummer 2 - maart 2020 – Tekst: Sandra Wilgenhof
Melkkoeien drinken al snel meer dan honderd liter water per dag. Het is dus belangrijk dat je de watervoorziening op orde hebt. Veehouderij techniek duikt in de wereld van de drinkbakken.
Gemiddeld heeft een koe voor de productie van één liter melk vier liter water nodig. De juiste waterbak zorgt ervoor dat een koe haar dagelijkse waterbehoefte van circa 100 liter per dag kan opnemen. Maar de vele modellen maken de keuze niet eenvoudig. Want uit wat voor waterbak drinkt de koe het liefst? En is zo’n bak dan vervolgens ook eenvoudig te reinigen?
Als koeien kunnen kiezen uit een waterbak op de grond of een waterbak op 60 cm hoogte, verkiest een koe de laatste, blijkt uit Canadees onderzoek dat in 2004 is gepubliceerd. 60 cm hoog? In Nederland vinden we dat nog steeds een lage waterbak. Het Handboek melkveehouderij houdt bijvoorbeeld een ideale drinkbakhoogte aan van 100 tot 110 cm. Overigens niet zozeer omdat de koe die hoogte prettig vindt, maar omdat er bij die hoogte minder snel mest in het water terechtkomt. In Nederland is op kleine schaal onderzoek gedaan naar de voorkeur van melkkoeien voor bepaalde typen drinkbakken. In 2008 onderzocht adviseur Ed van Eenige het watergebruik van drie type waterbakken: de open drinkbak, de open front sneldrinker en drinkbakken met een drukventiel. Hij voorzag de toevoerleiding van verschillende drinkbakken van een doorstroommeter, zodat hij kon zien uit welke bak de koeien het meest – en dus het liefst – water drinken. De koeien bleken de helft van de waterbehoefte te drinken uit de open drinkbakken. De open front sneldrinker eindigde op de tweede plaats en de drinkbakken met een drukventiel op de derde. Toen Van Eenige de open drinkbakken op dag 13 van het onderzoek afsloot, gaven de koeien de voorkeur aan de sneldrinkers. De uitkomsten van dit onderzoek sluiten aan bij de ervaringen van CowSignals. Een koe geeft volgens dit melkveehouderijadviesbureau de voorkeur aan een diepe drinkbak. Dan kan ze haar hele bek onder water doen bij het opzuigen van het water. Is de bak te ondiep of de wateraanvoer van een drinkbak onvoldoende, dan maakt de koe een slurpend geluid.
Speeksel
Hoewel koeien dus het liefst water drinken uit grote, open drinkbakken, is de kwaliteit van het water uit deze bakken vaak niet goed. Doordat de melkkoeien met hun hele bek in het water gaan, blijven er snel voedingsresten, speeksel en snot achter in het water. En dus is het noodzakelijk dat de veehouder dagelijks de waterbakken schoonmaakt. En dat houdt meer in dan alleen maar het water verversen. Er blijft namelijk altijd een beetje vuil achter op de bodem: biofilm. Met een borstel is dit eenvoudig te verwijderen. Zolang het water schoon is, heeft biofilm geen voedingsbodem om op te groeien. Maar bij voedingsresten of speeksel op de bodem, is er wel een voedingsbodem, vertelt Theo van der Aalst eigenaar van Suevia, groothandel voor agrarische drinkwatersystemen. “Het is dus belangrijk dat melkveehouders de waterbak eenvoudig kunnen schoonmaken. Anders gebeurt het niet. En dat schoonmaken moet onderdeel zijn van de dagelijkse routine”, vindt Van der Aalst. “Schoon, vers en voldoende drinkwater is belangrijker dan het type drinkbak.” Voordat een veehouder kiest voor een type drinkbak moet hij eigenlijk eerst kijken naar het leidingwerk. Of meer precies: hoeveeldruk staat er op de leidingen, blijft die druk gelijk als er een kraan opengaat en wat is de capaciteit? Bij onvoldoende druk worden de waterbakken onvoldoende snel gevuld en kunnen koeien niet genoeg drinken. Op leidingwater staat een druk van 3 bar. Melkveehouders die hun dieren bronwater verstrekken, moeten een druk van 3 tot 4, maximaal 5 bar op dat water zien te krijgen. Waterdruk meet je met een manometer die al voor een paar tientjes verkrijgbaar is. Controleer met die manometer dan ook de waterdruk als koeien aan het drinken zijn of als je ergens een kraan opendraait. Daalt de waterdruk op dat moment onder 3 bar dan moet je met behulp van een pomp extra druk op de leiding creëren.

Buffervat
Behalve voldoende druk moet er ook voldoende watercapaciteit zijn. Koeien drinken 15 tot 20 liter water per minuut. De meeste bakken leveren dat, maar dan moet het wel gelijk beschikbaar zijn. Duurt het te lang voordat het water gaat stromen, dan biedt een buffervat uitkomst. Dit zorgt voor constant voldoende watercapaciteit. De diameter van de leiding heeft ook invloed op de druk en capaciteit van het water. Een dunnere leiding veroorzaakt namelijk drukverlies, omdat je meer weerstand hebt in de leiding. Voor drinkwater worden vooral polyethyleen of rvs-leidingen gebruikt. Rvs heeft de voorkeur. Dit materiaal is stevig en blijft goed schoon. Keerzijde is de hoge prijs. Om de kosten te drukken kun je voor rvs-leidingen kiezen op plekken waar de dieren bij de leidingen kunnen komen. En op plekken waar de leidingen beter beschermd liggen, kies je dan voor polyethyleen. De meeste drinkbakken worden uitgevoerd met een inwendig aansluiting van een halfduims (12,7 mm) of driekwartduims (19,03 mm). Kies daarom ook zeker niet voor een te grote leiding. Meestal hebben waterleidingen in melkveestallen een buitendiameter van 25 of 32 mm. Na het leidingwerk volgt de keus voor een drinkbak. Veehouderij Techniek zet vier drinkbakken op een rij die het meest worden gebruikt. Drinkbakken met drukventiel zijn kleine ronde drinkbakken, meestal met een staafventiel of een druklepel, die je eenvoudig op muren en buizen kunt bevestigen. Het materiaal waarvan de bak is gemaakt, bepaalt de prijs. Je hebt varianten van kunststof, gietijzer, polyethyleen en rvs. Op een rvs-drinkbak zit meestal een antimorsring: een extra opstaande rand die voorkomt dat koeien water over de rand van de bak duwen. Er zijn ook kunststof bakken met een antimorsring. Het prijsverschil tussen deze bakken is minimaal. Het reguliere kunststof model, zonder antimorsring, is het goedkoopst. Daarna volgen gietijzeren en polyethyleen bakken, een rvs drinkbak is het duurste. Voordeel van de kleine ronde drinkbakken is dat het drinkoppervlak eenvoudig te reinigen is. Er blijft weinig water in staan en dat voorkomt biofilm op de bodem. Het nadeel van deze drinkbak is het lage waterniveau. Wil een koe goed kunnen drinken dan is een laag water van 7 cm noodzakelijk. De koe kan dan haar hele bek onder water steken en goed drinken.
Na de melkrobot
Een goede plek voor deze bakken is na de melkrobot, want na het melken wil een koe graag meteen drinken. In de melkrobot heeft de koe net krachtvoer gehad en resten zijn makkelijker uit de kleine waterbakken te verwijderen dan uit een grote open waterbak. Vaak komt er maar één of hooguit twee koeien tegelijk uit de melkrobot. Daardoor is er op die plek genoeg rust om uit een kleine drinkbak te drinken. Dikwijls is er achter de robot nog ruimte voor een grote open waterbak waarin een of twee melkkoeien tegelijk kunnen drinken. Is er op die plek geen ruimte meer, dan moet je kiezen voor een grotere waterbak of voor een waterbak die in tweeën is verdeeld. Een gedeelte voor de koeien uit de melkrobot en een ander gedeelte voor de melkkoeien.
Staplaats
Als melkveehouders kiezen voor een grote open waterbak, dan moet er wel voldoende drinkoppervlak zijn. En natuurlijk moeten koeien er goed bij kunnen. Een mooie hoogte is 60 cm. De waterbak is dan makkelijk te reinigen. Heeft een waterbak een wandbevestiging dan moet deze bevestiging op een goede hoogte zitten. Doorgaans ligt deze op 60 cm, maar dit kan per merk verschillen. Je kunt ook kiezen voor een vrijstaande drinkbak op poten. Het grootste deel van de melkveehouders kiest echter voor een waterbak die vast zit aan de putrand, de sta-in-de-wegrand of een sta-in-de-wegblok.
Wil je meer weten over drinkwatervoorziening voor melkkoeien? Lees dan het volledige artikel hier.